Ben jij ooit jaloers op de personages van je favoriete boek? Ik wel. Soms gebeuren er dingen in boeken die zo mooi of bijzonder zijn dat ik vurig wenste dat ze mij zouden overkomen. Dit is wat er gebeurde toen ik A.S. Byatts Obsessie. Sterker nog, tijdens het lezen van dit boek merkte ik dat mijn jaloezie zich niet beperkte tot de inhoud van het boek; ook de schrijfster moest het ontgelden. Wil je weten waarom? Lees dan door!

Obsessie gaat over de academicus Roland Michell, die een brief vindt van de grote Victoriaanse dichter Randolph Henry Ash. Deze brief, geschreven voor een onbekende vrouw, zou kunnen zorgen voor een literaire doorbraak. Het wordt namelijk duidelijk dat Ash een relatie had met Christabel LaMotte, een minder belangrijke dichteres. Bijgestaan door Maud Bailey, een onderzoeker die gespecialiseerd is in LaMottes gedichten, komt Roland steeds dichter bij de kern van dit mysterie. Tegelijkertijd hebben ze te maken met hun persoonlijke problemen en moeten ze andere fanatici op afstand houden van een ontdekking die de academische wereld op zijn kop zou zetten.

Tijdens het lezen van Obsessie wenste ik vurig dat ik ook in de academische wereld zat. Elke dag, als ik thuiskom na een lange dag gevuld met lessen, uitgeput en niet in staat om iets anders te doen dan eten, tv kijken en, als ik geluk heb, een half uurtje te lezen voor ik in slaap val, droom ik van een ander leven. Maar het is altijd hetzelfde. Roland en Maud, daarentegen, zitten de hele dag in de bibliotheek door boeken te bladeren en bezoeken de plekken die ‘hun’ dichters honderd jaar geleden misschien bezocht hebben. Tijdens het lezen voelde ik dat dit het leven was dat ik had moeten hebben.

Oh, was ik maar een academica! Lezen, schrijven, analyseren, ontdekken… Het klinkt perfect. Het maakt mij niet uit dat ik dan voornamelijk alleen aan een bureau zou zitten, starend naar pagina’s en hopend dat ze hun geheimen zouden blootgeven, maar dat ik nooit zelfs de zachtste fluistertoon zou horen. Ik vond het verhaal van Roland en Maud en hun zoektocht naar de waarheid geweldig, maar ik was ook jaloers op ze. Ik wenste vurig dat ik hun levens kon hebben, en niet het mijne, waarin ik problemen aanpak als het verschil tussen de past simple en de present perfect. Ik weet dat niet elke onderzoeker het leven van Maud en Roland heeft (sommigen geven alleen maar les; maar ook hier ben ik jaloers op, omdat grammatica zelden in hun curriculum staat). Ik weet dat sommige academici nooit iets meemaken, en dat ze vaak worden gezien als enorm saaie mensen.

Wat saaie mensen betreft: volgens mij worden schrijvers niet vaak heel spannende mensen genoemd. We stellen ze ons voor als eenzame mensen, gebogen over hun bureaus die ze amper verlaten. Maar net als de academici ben ik ook jaloers op schrijvers – en op A.S. Byatt in het bijzonder. Dat komt doordat Randolph Henry Ash en Christabel LaMotte fictieve personages zijn. Hoewel ze gebaseerd zijn op historische figuren (Ash op Robert Browning of op Alfred, Lord Tennyson, en LaMotte op Christina Rossetti, allen Engelse dichters), hebben ze nooit echt bestaan. Echter, in Obsessie staan hun brieven, gedichten en essays, en we kunnen veel over ze lezen dankzij allerlei fictieve biografieën die in het boek staan. Dat betekent dat Byatt niet alleen een roman schreef, maar vele soorten teksten; elke dichter kreeg een eigen stem en een persoonlijke stamboom, en hun fictieve werk is geanalyseerd vanuit verschillende perspectieven en aan de hand van meerdere literaire theorieën.

Ik heb Obsessie niet alleen maar gelezen; ik bleef het ook analyseren – ik raakte geobsedeerd door alle vormen van obsessie en ‘possession’ (de originele titel van het boek) die de roman bevat. Het is niet alleen een liefdesverhaal over twee mensen die een bijzondere ontdekking doen, maar het is ook historische metafictie, een kritiek op Victoriaanse literatuur, commentaar op verschillende vormen van feminisme, een afrekening van mensen die geobsedeerd zijn door macht en jaloezie, en op mensen die biografieën over anderen schrijven om vooral zelf slim te lijken. (Het zou kunnen dat Byatt dit boek schreef vanwege dat laatste punt, maar het is haar vergeven.)

Ik houd van lezen omdat het me na laat denken, en omdat het me dingen laat voelen. Soms, als ik moe ben (als mijn leerlingen bijvoorbeeld nog steeds niet weten hoe grammatica werkt), lees ik liever iets wat me laat voelen – omdat ik dan niet in staat ben om na te denken. Soms (ironisch genoeg gebeurt dit af en toe ook wanneer ik moe ben of wanneer mijn leerlingen niet mee willen werken) vind ik het heerlijk om mijn hersenen aan het werk te zetten. En soms heb ik behoefte aan boeken die me laten denken en laten voelen.

Obsessie is zo’n boek. Ik ben nog steeds knetterjaloers op de personages, op het onderwerp, en op de schrijfster zelf. Maar uiteindelijk overwon het plezier dat ik beleefde aan het boek elke vijandigheid die ik voelde.

Wat vond jij van Obsessie? Ben jij ooit jaloers op fictieve personages? Wat is jouw favoriete academische roman? Lees jij liever emotionele of intellectuele boeken? Laat het alsjeblieft weten in de comments! En vergeet me niet te volgen voor meer boekenposts!

Leave a comment

Trending